L. Szondi


News
Szondi Institut
Articles
Szondi Vectors Descriptions
Literature
New Developments
Szondi's Applications
Szondi Groups
Links
Personality Developments
The Latin Section
Rorschach
Books
Phoenix-Hus









CONTACT-profielen

Volgens beschrijving van Jean Mélon in zijn boek:

Théorie et Pratique du Szondi, 1975, Liège

1. (C+0) Zoeken

Gespannen behoefte aan nieuwe objekten. Behoefte aan verandering. Nieuwsgierigheid voor het nieuwe. Onvermogen tot duurzame of hechte relaties, om de aandacht bij iets te houden, of bij zijn taak te blijven.

Deze persoon in niet echt gehecht aan zijn oude objekt. Het is voortdurend op zoek naar nieuwe objekten, gewaarwordingen, ontmoetingen. Het contact is infantiel, inconsistent en onbeheerst.

Reactie van hysterische psychopaten, instabiele hypomanen, sommige passieve homosexuelen en ook bij veel normale individuen bij wie het Ik in staat is om de psychopate of perverse neigingen in bedwang te houden.


2. (C0+) Grijpen

Normaal stabiel contact. Goede aandacht. Vermogen tot affectieve en professionele investering.

0+! : overdreven oraliteit, zuchtigheid (Sucht), acceptations neurose.

Deze persoon heeft een vaste vertrouwende relatie met zijn Haltobjekt en is in staat tot investering van de buitenwereld zonder behoefte aan een Ersatzobjekt, maar ook zonder het te moeten afweren.

m+! is altijd een teken van een overdreven afhankelijkheidsbehoefte, van de vrees voor objectverlies en van een lage frustratietolerantie.


3. (C-0) Weerhouden

Klevend en star contact. Behoudsgezind en persevererend. Onvermogen om keuzen te veranderen. Anaal karakter.

Deze persoon is uitsluitend gericht op behoud en retentie. Ze verzet zich tegen elke verandering omdat die beleefd wordt als een aanslag op de eigen veiligheid.De ander die het domein van de persoon betreedt wordt beleefd als indringer of vijand. Het gebrek aan creativiteit heeft als tegengewicht een hardnekkige gehechtheid aan gevestigde waarden. Mits goede socialisering zijn het onvoorwaardelijke behoeders van de gevestigde orde. Ze kunnen anders wantrouwig tot paranoide worden, en hebben een uitgesproken anaal karakter (gierig, ritueel, verstopt of met andere vormen van weerhouden ...) en hun angsten nemen meestal de vorm aan van de vrees voor beroving, diefstal, verkrachting, indringing, enz ...


4. (C0-) Lossen

Hypomanie. De bestaande relaties met de wereld en zijn waarden worden opgegeven. Isolement, verlating, dwalen.

De persoon neigt ertoe alle oude waarden te verloochenen. De persoon maakt zich af van een archaische Ueberich en streeft de volledige vrijheid na. Dit is de zin van het manische feest. Er bestaat geen echte behoefte aan een objekt maar een ongeremd gebruik van eender wat. Alles voldoet en niet is de moeite waard.

Zeldzame reactie. Vooral bij het begin van manische toestanden, bij schizomanen en bij zedeloze of perverse psychopaten.


5. (C++) Aanhaken

Verspreid, dubbel of meervoudig contact, eventueel polymorf pervers.

De binding met een Haltobjekt sluit geen belangstelling uit voor een Ersatzobjekt. De persoon heeft de behoefte om in contact te zijn met twee of meer verschillende objekten. Bijv. zoals bij mensen die aarzelen tussen homosexualiteit en heterosexualiteit. En volgens Szondi ook bij mensen die evenveel geven om het leven hier en nu (m+) als om de dood en het hiernamaals (m-).

Frekwent bij hypochonders en ook in het algemeen waar het wijst op immaturiteit.


6. (C--) Loshaken

Verlies van het vitale contact met de realiteit (Irreale Bindung). Contactbreuk (Kontaktsperre).

De persoon blijft geketend (d-) aan het verloren of verlaten objekt (m-) en sleept een lijk achter zich aan. Het is de meest ongunstige en tragische vorm van het contact in onze kultuur. Ze gaat vaak gepaard met een gevoel van futiliteit, van nietigheid en van onherstelbaar malheur. Neurotici met een dergelijke relatie zijn vaak bezeten door de idee aan de dood of door zelfmoordgedachten. Bij deze reactie moet men ook denken aan een mogelijks beginnende psychose, ongeacht de leeftijd, maar vooral bij jongeren. Meestal zijn deze persoon zeer rationeel maar tegelijk zeer onrealistisch omdat zij een formeel loochening betrachten van elke objektbinding. Zij besteden zeer veel energie om er zich van te overtuigen dat men zonder binding kan leven. Verpletterend narcisme.


7. (C±0) Bezitten

Ambivalente behoefte aan een nieuw objekt.

De moeilijkheden van deze persoon draaien rond de beslissing of zij zich al dan niet zouden hechten aan een nieuw objekt. Gevangen door dit alternatief zullen ze vaak splitsen tussen een reel bestaan en hun imaginair leven. In de realiteit zullen ze een dwangmatige trouw betuigen aan de vader, de moeder of een ikideaal uit de kindertijd terwijl ze het in hun dromen kracht van zich wijzen. Anders nog bijv. zullen ze een gesublimeerde homosexuele relatie hebben in de realiteit om hen schadeloos te stellen voor hun trouw aan het oude objekt.


8. (C0±) Investeren

Ambivalente binding met het oude objekt. Ongelukkig onveilig contact.

Aarzeling tussen gehechtheid en onverschilligheid jegens het oude liefdesobjekt. Deze ambivalentie leidt meestal tot een gevoel van onveiligheid, droefheid, zelfs wanhoop, des te meer omdat het probleem van een vervangobjekt (nog) niet (meer) aan de orde is (d0). Word ik bemind of niet? Mag ik vertrouwen hebben in wat mij tot nu bepaald heeft?

Nogal typische reactie bij dwangneurotici en depressieve karakters.


9. (C+-) Wijzigen

Ontrouw. Het zoeken van een nieuw objekt gaat gepaard met de verwerping van het oude. Autistisch depressief contact.

Op zichzelf beschouwd, vormt dit soort contact een noodzakelijke stap in de ontwikkeling die volgt op het verlies van het primair object, nl. het opzoek gaan naar een Ersatzobjekt. Hoewel noodzakelijk toch is het ook een zeer pijnlijke fase van losmaking gekoppeld aan een nieuwe start. Het opgeven van de wereld voor de scheiding wordt nooit volledig bereikt. Wat in het nieuwe object gezocht wordt is dan ook niet veel meer dan een substituut van het oude. En zoals het verlies van het object niet vermeden kan worden, zo blijkt ook de idee van een nieuw object dat volledig de behoeften zou bevredigen, een jammerlijke illusie.

(m-) komt voort uit de loochening van de afhankelijkheid en is een teken dat men niet echt van het object kan genieten. De voorafgaandelijke reactie (d-m+) kwam voort uit een poging om de depressie te vermijden door het verlies te loochenen. Nu tracht de persoon de depressie voor te zijn met als enige steun de hoop dat er iets voorbij de dood is. Ze heeft de anker losgegooid en vaart naar de andere wereld die het pas ontwaart in een blik aan de overzijde van de dood. Ze geeft niet meer om deze wereld. Dat maakt dat personen met deze reacties vaak de indruk geven van elders te zijn. Hun contact is afwezig en autistisch.

Szondi heeft het hier - in tegenstelling tot de hypomane reactie (d0m-) - over een hypomelancholische reactie. Een bijzondere vorm van contact die voorkomt bij psychotici en mythomane hysterici, van het BOVARY-type, die niet in staat zijn concrete objectrelaties aan te gaan die plezier geven. Deze (d+m-) vinden we ook terug bij antisociale psychopaten, meer bepaald bij dieven.


10. (C-+) Behouden

Trouwe objektbinding (Inzestbindung). Oedipale fixatie.

De persoon hecht zich vast aan zijn eerste liefdesobjekt en weigert een ander objekt te zoeken. Men kan ze dus beschouwen als incestueus in de zin van een primair incest. Deze relatie bouwt voort op de illusie dat het objekt onsterfelijk zou zijn en in staat is om de behoeften van de persoon volkomen te bevredigen. Een dergelijke illusie is weinig bestand tegen aanvallen vanuit de realiteit en leidt vaak tot evenveel liefde als haat voor het hechtingsobjekt zoals meer gebeurt met exclusieve relaties.

Ontogentisch gezien, vergroot deze relatie de situatie van de achtste maand wanneer het kind dat angst heeft voor alles wat niet de moeder is, zich met alle macht aan haar vastklampt. Een dergelijke reactiewijze komt bij veel neurotici voor die zich willen beschermen tegen een mogelijk objektverlies en bij mensen die hun incestueuze neigingen verdringen en ontkennen, en vooral hysterici.

Normaal gesocialiseerde of gesublimeerde individuen met een dergelijk profiel, vertonen sterke identificaties met de moeder die hen tot grenzeloze opoffering drijven, ten dienste van humanitaire idealen. In het algemeen mogen we deze reactie opvatten als een gunstige reactie omdat ze wijst op een vermogen tot trouwe binding aan een bepaald objekt en op een goed vermogen tot sublimering.


11. (C -±) Opnieuw loslaten

Contactbreuk met nog een rest van ambivalente hechting. Ongelukkige trouw.

De persoon blijft gehecht aan een object waarmee zij het contact vrijwel verloren is. Ze leeft in een toestand van pijnlijke onzekerheid omtrent de gevoelens van het object waarvan ze alles verwachtte. De persoon kan anderzijds ook niet op zoek naar nieuwe objecten. De persoon lijdt onder een trouw die haar foltert.

Vaak voorkomend bij dwangneurotici, katatonen, en persoon die neigen tot paroxystische reacties (hystero-epileptiekers), astmalijders, migrainelijders, ...)


12. (C±-) Dwangsmatig ambivalens in het zoeken van het loslaten.

Zeldzame reactie


13.(C+±) Dolen. Depressie.

Vrij pathognomonische reactie. De persoon beseft dat er geen Haltobjekt meer is of dat het Haltobjekt niet meer instaat voor de elementaire veiligheid of voor een veilige basis die houvast geeft. Deze onzekerheid zet de persoon aan een nieuw objekt te zoeken maar de ambivalentie tegenover het oude objekt maakt dit zoeken onvoorspelbaar aangezien het nieuwe object niets anders kan zijn dan een Ersatz voor het oude. Freud heeft meesterlijk aangetoond dat de rouwdepressie beantwoordt aan een langzame arbeid van desinvestering van het oude object, waarmee de persoon ambivalent verbonden is. De depressie treedt niet in op het ogenblik dat de persoon zich van het verlies bewust is, maar op het ogenblik dat het beslist het te vervangen, omdat op dat moment de desinvestering moet gebeuren. In de melancholie gebeurt dit proces van desinvestering via e introjectie (k+) en de omkering van de agressie tegen het eigen lichaam (s-); (d+) wijst op de pijnlijke spanning die gepaard gaat met het zoeken en waarderen van dit object.

De (d0m0-) reactie is ook kenmerkend voor een depressie maar dan eerder bij asthene of apathische depressie, waar het lijden minder uitgesproken is omdat zij op het punt aangekomen zijn waar de buitenwereld niet meer bezet wordt.


14. (C ± +) Polsen

Gehechtheid aan het oude object, samen met ambivalent zoeken naar een nieuw object. Zeldzame reactie.

Bij hypochonders, fobici en paroxysmalen.


15. (C±±) Voelen

Problematisch onhoudbaar contact.

De persoon bevindt zich op de grens van alle mogelijke objectrelaties. Deze positie is niet houdbaar en gaat meestal samen met de desintegratie in het Ik (Sch00).


16. (C00) Zweven

Afwezigheid van contact.

Desintegratie van de objectrelaties. Extreme regressie. Infantilisme. Een dergelijke reactie kan wijzen op de afweer van elk mogelijk contact zoals dat bij sommige schizofrene het geval kan zijn, of - omgekeerd - wanneer e persoon voldoening neemt met een regressieve vorm van contact met preobjectaal karakter (polymorfe perversie, homosexualiteit, grote onrijpheid). Sexuele onrijpheid valt hier te verwachten. De genitaliteit kan pas bereikt worden mits een zekere restspanning op pregenitaal vlak. Wanneer deze per se en in se voldoening vinden - zoals in dit geval zou kunnen - dan wordt de genitaliteit ondergeschikt aan de pregenitale tendenzen, eerder dan omgekeerd.

EINDE

© 1996-2001 Leo Berlips, JP Berlips & Jens Berlips, Slavick Shibayev